Laandervaart

Laandervaart
Laandervaart
Laandervaart
Laandervaart: geschiedenis van ontstaan en gebruik Van stroompje tot vaart De Laandervaart komt vermoedelijk voort uit een oud afwateringsstroompje vanaf de strandwal. Het strandwallenlandschap is ontstaan uit de activiteiten van een stijgende zee die zandbanken naar binnen schoof. Als eerste: 3000 v.Chr. op de lijn St. Pancras-Akersloot-Uitgeest. Als tweede: 2500 v.Chr. op de lijn Limmen-Alkmaar. Bij het ontstaan van de buurtschap ‘Laan’ in de 10e eeuw, moet het stroompje zijn verbreed tot vaart. De naam Laan De Laandervaart en de buurtschap Laan danken hun naam aan het rechts van de vaart liggende dijkje, dat de naam ‘Laan’ (kaart van Dou, 1682) en ook ‘Laanderdijk’ droeg en liep vanaf kasteel Den Burch tot aan het meertje De Dije (Limmer Die). Den Burch lag ten zuiden van de Bogerdlaan. ‘Laan’ heeft de betekenis van ‘toegangsweg tot een stuk land’. Men was verplicht een ‘laan’ op zijn land te maken om er zijn (of aanliggende eigenaars hun) ‘noote’ of opbrengst vanaf te vervoeren. Zo’n ontsluitingspad werd ook ‘nootweg’ of ‘notweg’ genoemd. Gebruik van de vaart De Laandervaart was enkel een binnenvaart, die vanouds diende om vee, hooi en mest te vervoeren van en naar het land. En ook om het riet te vervoeren, dat gesneden werd uit de ‘dergen’ van het Limmer Die, onder meer, medio 20e eeuw, door de bij het Laanderstet wonende Jan Swart. Naar hem is een derg (drijvend eilandje van riet of veen) bij het Die genoemd. Het riet werd voornamelijk ’s winters gebruikt voor het afdekken van ‘bedden’ met bloembollen van de Limmer bloembollenkwekers. Bronnen Dr. G.J. Boekenoogen, De Zaansche Volkstaal. (1897) H.C. de Roo, De bodemgesteldheid van Noord-Kennemerland. (1953) M. Schönfeld, Veldnamen in Nederland. (1980 (1950)) J. Verdam, Middelnederlandsch Handwoordenboek. (1981 (1932)) C.N. Druijven, Straten en wegen in Limmen en hun naamkundige betekenis. (2001) © Gemeente Castricum Monumenten in beeld

Contact

Laandervaart
Oosterzijweg
1906 AX Limmen

Plan jouw route