Het kerkcomplex en de burgerij

Het kerkcomplex en de burgerij
Het kerkcomplex en de burgerij
Het kerkcomplex en de burgerij
Het kerkcomplex en de burgerij Corneliuskerk Het metselwerk van de kerk is versierd met neo-romaanse en Jugendstilachtige ronde ramen, boogfriezen, nissen en lijsten. Hierbij is veel gebruik gemaakt van gele en rode baksteen. Ook de venstertraceringen zijn uitgevoerd met ronde bogen en cirkelvormen. In de koorvensters bevinden zich fraaie glas-in-loodramen uit 1903. De oorspronkelijke wijzerplaten aan de toren zijn nog wel aanwezig, maar niet meer in gebruik. Deze zijn vervangen door nieuwe, die geplaatst zijn in het timpaan boven de derde geleding. Inwendig heeft de kerk een halfcirkelvormig, hoog tongewelf. Opvallend zijn de gemetselde pijlers en de gepleisterde nissen in overigens in schoon metselwerk uitgevoerde binnengevels.  De kerk heeft een plattegrond in de vorm van een kruis. Het schip is lang ten opzichte van het koor en de transeptarmen. Aan weerszijden van het schip zijn lagere zijbeuken gebouwd. Er zijn nog onderdelen aanwezig, die afkomstig zijn uit vorige kerken o.a. het orgel, de preekstoel, enkele deuren en de prachtige koperen kroonluchter. De pastorie De pastorie werd gebouwd nadat de kerk gereed was. Het stenen gebouw is opgetrokken in dezelfde materialen als die van de kerk en vertoont in de uitvoering grote overeenkomsten met het kerkgebouw. Te vergelijken zijn onder andere de ingangspartij, de dakkapel en de ronde bogen boven de kozijnen. Op de verdieping zijn in deze bogen versieringen gemetseld in rode en gele steen. De sfeer uit de bouwtijd met hoofdzakelijk elementen uit de Jugendstilperiode is nog grotendeels aanwezig. Tussen de kerk en de pastorie is naast de toren een rouwkapel/rouwkamer gebouwd. Het Mariaoord Begin 1900 wilde pastoor Leesberg een katholieke school stichten. Maar er was veel weerstand onder de bevolking. Tenslotte was er een openbare lagere school, waar katholieke onderwijzers werkten. Men was hier heel tevreden over. Dus wat een onzin! Leesberg staakte de strijd. In 1908 kwam pastoor Peeperkorn. Hij wilde, dat de Limmer jeugd de perfecte katholieke opvoeding zou krijgen. Hij kwam in gesprek met de Zusters van Voorzienigheid van de congregatie der Arme Zusters van het Goddelijk Kind. In 1912 werd het Mariaoord (architect Robbers uit Haarlem) gebouwd door G. Kabel en G. Borst uit Castricum. De zusters kwamen hier wonen en gingen voor een hongerloontje aan de slag. Zij verzorgden de bejaarden en zorgden voor katholiek onderwijs op de school, die achter het Mariaoord stond. De Burgerij – Verenigingsgebouw/parochiehuis St. Maarten In 1929 raakte de wereldeconomie op drift. Slechte tijden braken aan. Veel landarbeiders raakten werkeloos. Mede om deze mensen aan werk te helpen besloot het kerkbestuur, met pastoor de Wolf als voorzitter, om een groot verenigingsgebouw neer te zetten. Het parochiehuis is altijd van historische waarde geweest vanwege de rol ervan binnen het culturele en sociale leven in Limmen. Het heeft ook onderdak geboden aan verschillende verenigingen en activiteiten onder andere: De carnavalsvereniging, de toneelvereniging, de muziekvereniging, de gymnastiekvereniging schoolactiviteiten, waaronder gymlessen de bibliotheek, de jongerengroep “De Gezellen”, de knutselclub, jongerencentrum Het Pius-gebouw In 1935 werd het Pius-gebouw verbouwd tot vergaderruimte. Het is ook in gebruik geweest als ruimte voor de welpen en de gidsen. De kosterswoning De eerste koster was Willem Hoogeboom. Hij werd in 1921 opgevolgd door zijn zoon Jaap. Jaap werd in 1957 opgevolgd door zijn zoon Co, beter bekend als “Co de koster”. Co was de laatste koster Hoogeboom, die hier met zijn gezin woonde. Hij heeft tot in 1989 de kosterrol vervuld. Bronnen B. Voets, Even vertellen over katholiek Limmen E. van der Kleij, Monumenten Inventarisatie Project Noord Holland, Limmen Stichting Oud Limmen, archivalia © Gemeente Castricum Monumenten in beeld

Contact

Het kerkcomplex en de burgerij
Dusseldorperweg 70
1906 AL Limmen

Plan jouw route