De Zanddijk

De Zanddijk
De Zanddijk

De Zanddijk: bewogen Zanddijkgeschiedenissen Ontstaan van de dijk De Zanddijk is omstreeks 1070 door de monniken van de abdij van Egmond aangelegd, vanwege wateroverlast uit het zuiden van de nog onder invloed van getijdebeweging staande Zuiderzee. De ligging van het stroomgeuldal ten zuiden van de dijk, is daar nog in het patroon van de percelen te onderscheiden. Twee watertjes, de Molensloot en de Konkeltocht, markeren dit stroomgebied. De geul eindigt bij de knik in de Zanddijk. In een volgende fase werd het water vanuit een noordelijk zee-inbraak bij de Zijpe, via de Rekere, opgestuwd naar deze dijk. De sporen van dit stroomgeuldal, liggen ook hier nog herkenbaar in het landschap. De geul eindigt ook bij de knik. De dijk ligt precies in het wantij (gebied waar getijdestromen elkaar ontmoeten) van dit noordelijke uitstroomgebied van de Zijpe en dat van de zuidelijke Zuiderzee. Gebruik van de dijk De nu afgevlakte Zanddijk was sinds 1100 de enige belangrijke verbinding tussen Limmen en de Egmonden. Tot in de 19e eeuw brachten de Egmond-Zeeërs hun gedroogde vis in wagens over deze dijk naar het Disseldorperstet in Limmen om vandaar per visboeier naar Amsterdam, Utrecht en elders te worden vervoerd. Bewogen geschiedenis De Zanddijk wordt in de “Miracula S. Adelberti nova” twee maal genoemd als oorzaak van onenigheid tussen Castricummers en de monniken van Egmond. Ten tijde van Floris de Vette (1091-1122) is door Castricummers de dijk doorgestoken, omdat bij harde zuidwesten wind het water vastliep op de dijk. Dat veroorzaakte wateroverlast op de Castricumse landen. De monniken kregen nu last van het opstuwende water en trokken met een reliekschrijn naar de dijk. De schrijn werd daar in het water gezet en het wonder geschiedde: het water trok zich terug. De Castricummers dropen verbijsterd af. Bij de volgende legende kwam het water uit het noorden. Nu staken de monniken zelf de dijk door om droge voeten te houden. De Castricummers kwamen hen met zwaarden, knuppels en lansen tegemoet en mishandelden de monniken, ondanks de door hen meegebrachte gouden reliekschrijn. Deze Castricummers verging het daarna hun verdere leven slecht en zij stierven allen een ellendige dood. Bronnen H.C. de Roo, De bodemgesteldheid van Noord-Kennemerland. (1953) ‘Alkmaars Jaarboekje 1970’ J.T. Bremer, De legenden rondom de Zanddijk bij Egmond, blz. 44 t/m 50. Prof. Dr. Ir. L.J. Pons; Ir. M.F. van Oosten, De bodem van Noordholland, (1974) Herman Lambooij, Getekend Land. (1987) © Gemeente Castricum Monumenten in beeld

Contact

De Zanddijk
Zanddijk
1901 MN Castricum

Plan jouw route